Stijging legionellapatiënten neemt toe | Vakblad Legionella
1188
post-template-default,single,single-post,postid-1188,single-format-standard,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode_grid_1300,qode-theme-ver-10.1.1,wpb-js-composer js-comp-ver-7.0,vc_responsive

Stijging legionellapatiënten neemt toe

De stijging van het aantal legionellapatiënten heeft ook in 2018 doorgezet. Tijdens de ESGLI (Europees congres over legionella) bijeenkomst van 10 tot 12 september in Athene werd een overzicht gegeven van de Europese ontwikkelingen. In 2018 kregen in heel Europa 11.343 mensen een longontsteking door de legionellabacterie. Dit tegenover 9.259 mensen in 2017. In Nederland zijn er 23 meer patiënten dan in 2017, waardoor we in 2018 uit zijn gekomen op 584 gemelde legionellapatiënten. 

Er is 1 periode in 2018 die opmerkelijk is: de weken 21-27 (eind mei en juni) lieten een enorme piek in het aantal patiënten zien. Met name week 24 was extreem: in heel Europa 486 patiënten in 1 week. Er was geen sprake van 1 grote uitbraak, maar door heel Europa verschillende clusters, maar ook heel veel “losse” patiënten. Bijvoorbeeld een uitbraak in week 23/24 in Zweden van Legionella Longbeachae, wat in potgrond voorkomt. Er werden 41 legionellapatiënten onderzocht en uiteindelijk bleken 31 patiënten besmet te zijn met deze bacterie. Deze legionellabacterie wordt niet gevonden door urine-antigeentest, dus zal er bij een eerste test, wat eigenlijk altijd een urine-antigeentest is, geen legionella gevonden worden. Er moet dan verder worden gezocht in het sputum. In Nederland zijn in 2018, 7 mensen besmet geraakt met Legionella Longbeachae.

Piek
In Frankrijk was er ook een piek in de weken 23, 24 en 25. Maar liefst 441 patiënten in deze periode (21% van het jaarlijkse aantal legionellapatiënten in Frankrijk). De stijging was te zien in alle grootstedelijke gebieden Frankrijk. Er zijn geen duidelijke bronnen gevonden. Er wordt nu onderzocht of de meteorologische factoren invloed hebben gehad, door onderzoek te doen naar temperaturen, neerslag en luchtvochtigheid. 

In Nederland hadden we in juli en augustus juist minder patiënten dan “normaal”, maar er was dan ook sprake van droogte. We hebben in 2018 4 procent meer patiënten dan in 2017, maar wanneer je juli en augustus buiten beschouwing laat hebben we een stijging van 45 procent in 2018.

Er wordt dus nu meer onderzoek gedaan in Europa naar de invloed van het weer op het aantal ziektegevallen. Mocht inderdaad blijken dat meteorologische factoren van invloed zijn, dan zijn dat andere bronnen dan leidingwaterinstallaties. Wanneer het langdurig warm is, kunnen natuurlijk gebouwen opwarmen en daarmee ook de koudwaterleidingen, of drinkwaterbedrijven kunnen niet meer ‘koel’ water leveren waardoor het voor locaties lastig is om hun koude water, koud te houden en daarmee stijgen de risico’s op vermeerdering van de bacterie in de leidingen, maar bij dit soort korte periodes, zoals nu op Europees niveau moet er worden gedacht aan andere bronnen van infectie.