Rechterlijke uitspraak over 'alternatieve' preventiemaatregelen | Vakblad Legionella
227
post-template-default,single,single-post,postid-227,single-format-standard,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode_grid_1300,qode-theme-ver-10.1.1,wpb-js-composer js-comp-ver-7.0,vc_responsive

Rechterlijke uitspraak over ‘alternatieve’ preventiemaatregelen

Een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland heeft gevolgen voor instellingen die gebruikmaken van ‘alternatieve’ legionellapreventietechnieken. In de rechtszaak ging het specifiek om toepassing van een ultrafiltratiesysteem in de waterleidinginstallatie van een kleine prioritaire eindgebruiker. Zij werd tot betaling van een dwangsom veroordeeld wegens overtreding van artikel 37 en 38 uit het Drinkwaterbesluit – en ging daartegen in beroep.
In het Drinkwaterbesluit is opgenomen dat eigenaren van bepaalde inrichtingen moeten beschikken over een meetprogramma dat voldoet aan tabellen die in datzelfde besluit staan. In dit geval ging het om Tabel IIId: volgens deze tabel moeten bij toepassing van ultrafiltratie/UV-stralingstechniek twee monsternames per jaar plaatsvinden. Die twee monsternames gelden echter niet als vervanging voor de ‘reguliere’ monsternames die in een ander deel van het Drinkwaterbesluit zijn voorgeschreven. Kortom, in het onderhavige geval moeten volgens de wet vier opnames per jaar plaatsvinden: 2 reguliere en 2 aanvullende, te verrichten bij 8 te onderzoeken meetpunten. De eiseres in deze beroepszaak is daarin tekortgeschoten – ook binnen de dwangsomtermijn – waardoor ze die dwangsom moet betalen, aldus de rechter.